De klastitularis van Oudste Zoon heeft het niet zo begrepen op buitenschoolse activiteiten. Of dat is toch wat wij denken na zijn uitspraak van vorige week. Toen Oudste Zoon als eerste geveld werd door een onschuldig maar kwalijk virus en op woensdag thuis moest blijven, vroeg de leraar in kwestie hem de dag nadien 'of hij wel echt ziek geweest was en niet thuisbleef voor het zwemmen.' Wij waren een verontwaardigd gezin. Ten eerste was hij echt ziek, wat je kon merken aan de nasale klank en de tonnen zakdoeken die hij overal meesleurde. Maar ten tweede, en vooral, wat is er mis met engagement voor buitenschoolse activiteiten? Ja, het kind in kwestie spendeert veel tijd aan zijn hobby. Om te beginnen omdat hij sporten belangrijk vindt, maar ook omdat hij het leuk vindt, er tonnen energie door krijgt en sinds vorig jaar ook om een volgende generatie te leren zwemmen. Kan je daar als leerkracht boos om zijn? Omdat jongeren zich engageren om iets voor anderen te doen? Toegegeven, het is bij momenten een evenwichtsoefening om schoolwerk, trainingen en les geven te combineren. Maar het lukt hem tot hiertoe prima. Zeker aan leerkrachtenkant hoeft er niet geklaagd te worden. Hij zal misschien niet elke dag vol goesting in de klas zitten, maar dat ligt niet aan wat hij buiten de klas doet. Is dat nu juist niet wat wij allemaal moeten leren: dingen die je energie geven in balans houden met dingen die energie vragen? Zou het niet juist aangemoedigd moeten worden dat jongeren zich inzetten en op zoek gaan naar hun passies? Dat ze leren om werk en plezier te combineren? Volgens mij wel. Want wanneer we dat niet meer stimuleren, weet binnenkort niemand nog wat het is om je in te zetten voor een club of vereniging. En dan krijg je een generatie ouders die alleen nog maar kan kijken naar wat er fout gaat in de jeugdbeweging of de sportvereniging van zoon- of dochterlief. Omdat we geleidelijk aan vergeten dat al die buitenschoolse activiteiten die onze kinderen doen, draaien op een bataljon vrijwilligers. Vrijwilligers die naast werknemer of student, ouder, echtgenoot of lief, zoon of dochter van, ook nog eens vrijwilliger zijn en tijd vrijmaken om met jouw kind bezig te zijn. Om ervoor te zorgen dat er elke zondag knotsgekke spelletjes te beleven zijn in de jeugdbeweging. Om ervoor te zorgen dat de kantine open is terwijl zoonlief in de vrieskou voetbalt. Om ervoor te zorgen dat er lekker en gezond gekookt wordt op kamp, om ervoor te zorgen dat iedereen officieel ingeschreven en verzekerd is in de zwemclub, en zo kan ik nog even doorgaan.
Dan krijgen ouders de neiging om te klagen omdat de wedstrijdinformatie pas op vrijdagochtend in de mailbox zat in plaats van op donderdagavond zoals beloofd. Dan maken we ons boos omdat de leiding vergat te vermelden dat het nat is in het bos en de kleine dus geen laarzen aanhad. Dan vloeken we op alle imperfecties van die vereniging waar ons kind zoveel deugd uit haalt en die gedragen wordt door mensen die zich vol goesting engageerden om er een spetterend werkjaar van te maken. Mensen zoals u en ik, geen supermensen, maar gewoon jongeren en volwassenen met een zotte hoek af. Die het hoogstwaarschijnlijk druk hebben. Zou het geen goed idee zijn als we dit schooljaar met zijn allen, wanneer we ons ergeren aan de inzet van Pol of Jef voor de voetbal of de Chiro, even - heel even - stilstaan bij het feit dat het ook maar mensen zijn? Dat we in eerste instantie dankbaar zijn dat Pol en Jef er elke week staan voor onze kinderen? En dat we dan proberen om onze ergernis om te buigen naar een suggestie om iets volgende keer anders te doen? Ik denk dat we veel Pollen en Jeffen gelukkig gaan maken. Bovendien zou het veel zuurstof kunnen geven aan al die vrijwilligers. En weet je wie daar het gelukkigst van al van wordt? Juist. Uw en mijn kinderen. |
Kirsten De ConinckDuizendpoot. Moeder van 4. Creatief. Visualisator. Natuurmens. Tekenaar. Stiltezoeker. Genieten. Verteller. schrijverDag lezer die graag leest. Las je mijn romans al? Archieven
December 2020
Categorieën
All
|
Vind me terug. |
|