Ik wil me excuseren. Ik wil me excuseren bij iedereen met pijn. Met chronische pijn, acute pijn. Stekende pijn of zeurende pijn. Sorry. Mijn oprechte excuses mocht ik in het verleden de indruk gegeven hebben erg licht over je pijn heen te gaan. Je hebt het me verteld en ik heb geluisterd, maar in mijn hoofd speelde al de gedachte "hé pijn, I can handle it." Want ja, tenslotte heb ik vier kinderen op de wereld gezet zonder zelfs maar een dafalgannetje te nemen. Ik wist het dus wel wat dat is, pijn. Been there. Done that.
Niet dus. Waarmee ik niet wil zeggen dat kinderen krijgen niet pijnlijk is. Integendeel. De pijn is allesoverheersend en overweldigend. Ook beangstigend voor velen, wat ik volkomen begrijp. Maar het is wel pijn met een doel. Een kind op de wereld zetten. Je krijgt er iets voor in de plaats. En als alles goed verloopt neemt de pijn nadien af en gaat hij weer helemaal weg. En doen we het zelfs nog eens over. Of nog een paar keer. Maar dan is er die andere pijn. Pijn die komt en gaat wanneer hij wil. Die je 's morgens in zijn macht neemt en pas loslaat wanneer hij daar zin in heeft. Pijn die je belet helder te denken. Pijn die de ene dag braaf gaat liggen na een pijnstiller, maar de andere dag door drie pijnstillers heen terugvecht. Pijn die elke dag onvoorspelbaar maakt. Die bepaalt of je energie hebt of niet. Dat soort pijn. Tot voor kort kon ik er niet over meespreken. Ik kon er alleen naar luisteren als anderen erover vertelden of wanneer ik er iets over las in een tijdschrift of boek. En ik geef eerlijk toe dat ik er soms het mijne over dacht. Hoe kan je nu dag in dag uit zoveel pijn hebben dat je niet kan werken? Geen enkele dag? Terwijl, wanneer ik jou tegenkom op straat, je er toch goed uitziet? Hoe echt is dat dan? Die gedachte schoot door mijn hoofd. Sneller dan ik ze kon tegenhouden. Ah! Vergeef mijn cynische en achterdochtige geest! Ik wist echt niet beter. Maar in de toekomst ga ik nooit meer oordelen over anderen hun pijn. Nooit. Een hernia sloop stilletjes in mijn leven. Besliste geleidelijk aan dat hoofdpijn, nekpijn, zenuwpijnen in mijn arm, duizeligheid, misselijkheid en rugpijn mijn dagritme zullen bepalen. Niet allemaal tegelijk. Niet allemaal elke dag. Geen idee wat hem drijft om me de ene dag van 's morgens vroeg bij de nek te grijpen en mijn oogbollen uit mijn kassen te willen duwen, terwijl hij me de andere dag gerust laat tot een uur of elf om dan stilletjes in mijn arm te sluipen tot die zo hard tintelt en prikt dat het onaangenaam wordt. Geen idee waarom mijn hersenen uitgeschakeld worden bij een stevige dosis pijn die maar niet wil weggaan, ook niet met medicatie. Het is gewoon zo. Ik kan niet meer scherp denken. Ik kan alleen liggen en slapen. Geen idee waarom het de energie uit mijn hele lichaam trekt. Tot voor kort ging ik lopen wanneer ik hoofdpijn voelde opkomen. En in geen tijd was die pijn weg. Maar nu? Nu geraak ik nog niet tot aan het einde van de straat. Toen de dokter suggereerde dat ik misschien beter een paar weken kon stoppen met werken tot de behandeling opgestart is en zou aanslaan, lachte ik dat weg. Ik ging toch niet niet-werken voor een beetje pijn? Ik zou wel werken tussendoor. Flexibel. Als het beter ging. Niet dus. Gisteren heeft ze me, na twee maanden aanmodderen, zonder pardon thuis gezet. En ja, ik ga me schuldig voelen als ik vanavond uit eten ga voor de verjaardag van mijn nichtje. We gaan een sushiboot bestellen. Daar kijkt ze al zo lang naar uit! En jij, jij mag nu met je ogen draaien en denken 'Oh, dat kan ze wel, op stap gaan op zaterdag. Maar werken, ho maar.' Jij mag dat, want dat deed ik voor kort ook. En ik kan je er dan bijvertellen dat ik vandaag op de bank doorbreng. Mijn pijnstillers en een dekentje. Om het kind haar avondje uit niet te verknallen. En daar mag jij nog steeds het jouwe van denken. En toch blijf ik hopen dat voor jou de dag nooit komt waarop pijn alles bepaalt wat je doet. Want dit wens je niemand toe. Het enige dat je hiervan leert is - nog maar eens - om mensen niet te veroordelen zo lang je niet in hun schoenen hebt gestaan. Of op hun zetel hebt gelegen. Met een dekentje. Dag in, dag uit. Afgelopen weekend was het weer die tijd van het jaar. Die tijd waar de voorzichtige vraag "mama hebben wij kranten?" gesteld werd. En waarop het antwoord altijd hetzelfde is: "nee".
Nee, wij hebben geen papieren krant. Al in geen eeuwigheid meer. Dit patroon herhaalt zich drie keer per jaar in twee tot drie middelbare scholen. Dus ik schiet gemiddeld zo 'n zestal keer per jaar in een kramp omdat we geen krantenabonnement hebben. "Maar ik moet drie artikels over natuurrampen verzamelen en daarvan moet er minstens eentje uit een krant of tijdschrift komen." En dan denk ik: echt? Nog altijd? Wordt er nu nog steeds gezworen bij de papieren informatiedrager boven alle digitale media die ons ter beschikking staan? Blijven leerkrachten halsstarrig volhouden dat de papieren krant dé graadmeter is om te bewijzen dat de leerling zich drie maanden lang gekweten heeft van zijn taak om op regelmatige tijdstippen informatie te verzamelen? Zijn er geen andere manieren om ervoor te zorgen dat ze hun taak niet laten liggen tot de laatste dag? Wat is er mis met digitale informatie? Buiten het feit dat ze op één avond artikels kunnen verzamelen van elke mogelijke dag in het verleden? Akkoord, er zijn beperkingen. Als je geen betalende versie hebt van één of andere krant, is de informatie vaak erg karig. Niet zelden is ze ook ongenuanceerd of niet correct. En bovendien is het erg gemakkelijk om aan drie artikeltjes te geraken. I know. Maar leert hen dat juist niet om op een bewuste manier met - digitale - informatie om te gaan? Ik vermoed dat de leerkracht in kwestie haar leerlingen wil opvoeden tot kritische wereldburgers die opdrachten kunnen inplannen en alert zijn voor wat er rondom hen gebeurt. Wat ik alleen maar kan toejuichen. Maar, met vier kinderen in het middelbare onderwijs kan ik u proefondervindelijk vertellen dat dit soort taken zijn doel voorbijstreeft. Ondanks alle bosbranden en orkanen van de afgelopen weken, heeft Zoon 3 geen enkele keer de neiging gehad om op zijn fiets te springen en een krant te gaan kopen. Het ging aan hem voorbij. Niet spannend genoeg? Te ver van zijn bed? Ik weet het niet. Hij wist daarentegen perfect wanneer de wereldkampioenschappen zwemmen plaatsvonden en via welke kanalen hij de livestream kon volgen, aangezien de reguliere TV-zenders hier geen aandacht aan besteden. Wel spannend? Ongetwijfeld. In het centrum van zijn universum? Zeker. Dus ja, hij kan informatie opzoeken over dingen die hem boeien. Maar dat heeft u hem niet geleerd. Dat vroeg hij aan zijn oudere broer. Ondertussen werden hele Amerikaanse staten weggeblazen, maar hé, niemand had de correlatie gelegd met vervuiling van zwemwater of zo, dus het ging aan hem voorbij. En worden ze een kritische wereldburger door het verplicht verzamelen van artikels? Ik herinner me gesprekken met Zoon 1 over de Amerikaanse presidentsverkiezingen vorig jaar. Over zijn verbazing over het kiessysteem. En gesprekken met Zoon 2 over de Franse presidentsverkiezingen. Meestal in de auto, van of naar het zwembad, met het nieuws op de achtergrond. Niet omdat een leerkracht op school hun gevraagd had om daarnaar te luisteren, maar omdat ze oprecht geïnteresseerd waren in wat mensen drijft om deze of gene stem uit te brengen. Dus ja, ik ben er vrij gerust in dat onze jongeren geïnteresseerd kunnen zijn in wat er zich ver of dichtbij hun bed afspeelt. Ook al lezen ze nooit van hun leven nog een papieren krant. Er gebeurt zoveel in hun omgeving dat daar altijd wel iets tussenzit dat hen raakt. En er zijn zeker leerkrachten die daarop inspelen en hun les omgooien na een aanslag of een zoveelste dreigement van Trump aan Noord-Korea. Maar er zijn er ook nog steeds andere. In de tussentijd blijven wij knarsetandend op zoek gaan naar artikels op papier, zo nu en dan. Weet je trouwens dat de gemakkelijkste manier om aan een papieren krant te komen het internet is? Niets is zo effectief als een oproep op Facebook naar al je omwonende facebookvrienden met de vraag wie toevallig kranten liggen heeft thuis. Ook dit keer waren er sympathieke dorpsgenoten - met een abonnement op de krant - die zelf kinderen in de middelbare school hebben en daardoor de pijn in mijn oproepje voelden. In no time kon zoonlief op zijn fiets springen om de begeerde artikels op te pikken. Want dat brengen papieren kranten ons nog altijd: lichaamsbeweging, face-to-face contact met je nabije buren en een gevoel van "hé, we zitten in hetzelfde schuitje." Als dat de doelstellingen zijn van deze schoolopdrachten, dan vind ik ze meer dan geslaagd en zou ik zeggen: behouden! Maar als het toch eerder gaat over kritische informatievergaring, dan zou ik toch willen suggereren om de opdracht, na al die jaren, eens te evalueren. Want ook dat is kritisch bezig zijn met leren! Wanneer ik 's avonds in de zetel plof, durf ik al eens voorbij die kanalen zappen waar ze programma 's tussen de reclame door uitzenden. En vaak blijf ik al eens hangen bij zo 'n zender. Omdat ik daar helemaal stil van word. Je ziet dan een frisse dame, ergens begin dertig, in een trendy outfit en met gemanicuurde handen een sproeifles hanteren in haar badkamer. In één vlotte beweging vernevelt ze een product over de tegels. Het ziet er veelbelovend uit. Of soms zie ik een perfect gekapte moeder met de allerbreedste glimlach de smurrie van het aanrecht vegen met een doekje. Moeiteloos. Het product uit de sproeifles moet een half uurtje inwerken, verschijnt er op mijn scherm. Een half uur dat de trendy geklede dame waarschijnlijk gebruikt om voor haar dressing te gaan staan, op zoek naar de geschikte schoenen en oorbellen bij haar outfit. Waarna ze terugkeert naar haar badkamer en even water over de tegels laat lopen. Klaar.
De moeder met het doekje staat ondertussen glimlachend uit haar keukenraam te staren. Ongetwijfeld naar haar kindertjes die zich in de nu heerlijk vuil maken. Wat haar niet deert, want ze heeft zeker ergens een poedertje dat ze met wat water moet aanlengen, op de grasvlekken moet aanbrengen en klaar. En dan is er nog de man die salsa danst in zijn living maar zich daarna niet verkleedt. Zijn huis ruikt namelijk altijd fris door een eenvoudig doosje in het stopcontact. Dat trouwens ook uitstekend werkt mocht u een hond hebben die u nooit wast. Of de slungelachtige jongeman die uw toilet in minder dan een minuut schoonmaakt. Even product aanbrengen. Doorspoelen. Klaar. U snapt al wel waarom ik niet verder zap. Ik ben verbluft. Ik doe het al jaren verkeerd. Hoeveel tijd verspil ik niet aan boenen, schrobben, drogen en nog eens schrobben? Om nog maar te zwijgen over de verkwiste energie. Wordt het geen tijd om mijn huidige schoonmaakspullen te bedanken voor bewezen diensten en me een paar van die wonderdingen aan te schaffen? Hoe anders zouden mijn zaterdagen er uitzien, mocht ik overstag gaan voor al deze producten! In plaats van de eerste paar uur van mijn weekend door te brengen in joggingbroek en T-shirt-dat-zijn-beste-tijd-gehad-heeft kan ik me 's morgens meteen in een trendy jurk steken en me reppen naar een boetiekje voor bijpassende schoenen. Ik hoef me niet meer te ergeren wanneer de kinderen op zaterdagmiddag van de training thuiskomen en kruimels en vetvlekken achterlaten op mijn pas geboende aanrecht. Ik glimlach hen toe, neem even een doekje en klaar. Tijd zat om samen leuke dingen te doen! Ik denk eraan om overstag te gaan. Om één maand lang de proef op de som te nemen en te poetsen volgens de regels van de reclame. Sproeien, vegen, klaar. Het enige dat mij nog een beetje doet twijfelen, is het begin van elk van die reclamespotjes. Hoe vuil zijn die badkamers, keukens, vloeren wel niet voor ze het product er met de glimlach op aanbrengen? Ik ben een beetje bang dat dit het enige waarheidsgetrouwe resultaat zal zijn na mijn experiment van één maand: dat mijn huis er zal uitzien zoals aan het begin van elk spotje. Of toch maar proberen? |
Kirsten De ConinckDuizendpoot. Moeder van 4. Creatief. Visualisator. Natuurmens. Tekenaar. Stiltezoeker. Genieten. Verteller. schrijverDag lezer die graag leest. Las je mijn romans al? Archieven
January 2024
Categorieën
All
|
Vind me terug. |
|