Vorige week deed mijn dochter een overkopje met haar fiets. Haastige spoed is zelden goed en al helemaal niet wanneer je je sporttas aan je stuur hangt. Dan dreigen de dingen al eens in het honderd te lopen, zoals wanneer die sporttas jouw voorwiel wil omhelzen.
Alhoewel ze alleen vertrokken was op school, werd ze onmiddellijk geholpen na haar val. Twee jongens hielpen haar van straat – nu ja, letterlijk dan – en een lieve dame die toevallig voorbijreed, stopte en bleef bij haar tot we haar kwamen halen. Meer dan genoeg om me al de hele week in mijn overtuiging te sterken dat het waar is wat Rutger Bregman schrijft in De meeste mensen deugen. Van nature doen wij het goede en schieten we te hulp. Check. Iets minder goed ging het met de dochter zelf. Linkerarm, rechterarm, nek, heup. Alles deed pijn. Voor de zekerheid trokken we toch maar richting spoed, vooral omdat ze, nu ze de meest evidente pijntje kon plaatsen, begon te klagen over een wazig zicht. Op de spoedafdeling wachtten we geduldig onze beurt af, wegens niet levensbedreigend en vooral wegens: ze was niet de enige die lomp geweest was die dag. Aangezien dochterlief veertien, bijna vijftien, is, droeg ze uiteraard geen fietshelm. Ik schrijf uiteraard en dat doet misschien uw wenkbrauwen fronsen. Tenzij je zelf een veertienjarige dochter in huis hebt. Dan begrijp je dat fietshelmen niet matchen met de rest van de outfit, of met het kapsel, of met beide. Ik schreef er lang geleden een blog over, toen ik nog vurig overtuigd was dat genoeg alertheid creëren voldoende zou zijn om van mijn fietsende kinderen fietshelm-fietsende kinderen te maken. Maar die hoop gaf ik op en sindsdien kan ik alleen maar hopen dat ze niets voorhebben, of dat, wanneer ze eens iets voorhebben, de lessen en het inzicht daarna vanzelf komen. Die avond op spoed verhoogde het niet dragen van haar fietshelm de urgentie van haar geval en zonder veel verdere wachttijd werd ze van hoofd tot nek gescand. Gelukkig viel het verdict mee: een lichte hersenschudding en verder alleen kneuzingen. Een paar dagen rust en veel moederliefde zouden haar er weer bovenop helpen. Begin deze week vertelde ik op het werk over mijn bewogen vrijdagavond. Mijn collega Kris, die twee dochters heeft van de heerlijke leeftijd van 7 en 5, zei vol overtuiging: “Volgens mij gaat de generatie van mijn kinderen de eerste worden die helm en fluohesje gaan dragen. Spontaan.” Even kwam ik in de verleiding om hem in het ongewisse te laten, maar dat kon ik hem niet aandoen. Helaas, beste Kris, toen mijn kinderen 7 waren, waren zij ook de trotse bezitters van een coole helm en trokken ze spontaan het fluohesje aan. Jaren lang, de hele lagere school door. Geen gemor, niets. Het dragen van die attributen was een evidentie. Maar dan, plotseling, ergens tussen 12 en 14 is het gedaan. We fietsen naar de middelbare school, over gevaarlijkere wegen en tussen het drukkere verkeer. En net nu die helm en dat fluohesje echt nuttig beginnen zijn, laten ze het ‘per ongeluk’ aan de voordeur achter. Niemand doet het, zeggen ze. Het is niet cool. Begrijpen wie begrijpen kan. Wie is dan die ene kerel die besliste dat de helm niet cool is? En wie is het meisje dat zoveel invloed heeft dat een week later alle fluohesjes uit het verkeer verdwijnen? Geen idee. Maar dat is hoe de zaken gaan, bij elke overgang van lagere school naar middelbare school. 4 keer onderging ik dat en 4 keer speelde hetzelfde fenomeen. Ondertussen zit de dochter weer op haar fiets. Zonder helm. Blijkbaar was het a-ha effect waar ik zo op hoopte niet groot genoeg, moet ze eerst toch wat harder vallen. Maar ik moet eerlijk zijn. Ook ik vertrok maandag met de fiets. Zonder helm. In de gang van de spoedafdeling, toen we maar niet aan de beurt kwamen, nam ik me heilig voor om vanaf nu het goede voorbeeld te geven. Zonder pardon. Maar ik voelde de koude wind door mijn haar blazen toen ik al drie straten ver was en toen terugkeren zou betekenen een latere trein nemen. Dus vraag ik me af: hoe komt dat toch dat we nog altijd massaal die helm thuis laten? Wat maakt dat we dat niet belangrijk genoeg vinden? Ik draag nochtans altijd mijn autogordel. En steek over op het zebrapad als dat er is. Dat zijn toch ook veiligheidsreflexen die ingeburgerd geraakt zijn? Waarom die helm dan niet? Moeten we echt wachten tot dat bij wet verplicht wordt, zoals de gordel? In dat geval gaan we nog een beetje geduld moeten hebben. Want om wetten te maken, heb je een regering nodig. En dat, is zo mogelijk nog minder haalbaar dan iedereen aan de helm krijgen! Gisteren spoorde ik van het werk naar huis. Tussen Brussel en Leuven ging dit aan een slakkentempo. Er was een probleem bij Het Spoor. Echt. Tegenover me zat een nette dame, haar haar onberispelijk in de plooi. Ze had duidelijk niet tegen de wind in moeten fietsen of moeten rennen van haar werk naar het perron zoals wij. Ze droeg een blinkende, zwarte donsjas en een spijkerbroek met zilveren kettinkjes langs de naad. Het type broek waar je dus niet jeansbroek, maar spijkerbroek tegen zegt. Naast me zat haar man. Man en vrouw, beide van middelbare leeftijd, waren duidelijk geen reguliere forenzen. Dat maakte ik op uit het gesprek dat ze voerden.
“Ge zijt hier ni graag hè?” fluisterde de vrouw net luid genoeg tegen haar man zodat iedereen die geen oortjes in had het kon horen. Waarna ze parmantig en een tikje hautain de medemens in de volle wagon aankeek. Ondertussen bewogen we langzaam verder, richting Leuven en sjokten we door het station van Erps-Kwerps. “Oh,” zei de dame verbaasd, “hebben ze hier ook een station?” Mijn tenen gingen krullen in mijn schoenen. Hoe is het mogelijk dat anno 2020 mensen het nog steeds grappig vinden dat Erps-Kwerps echt bestaat? We hebben landkaarten, stafkaarten en zelfs een GPS waarop je het dorp toch duidelijk kan terugvinden. Het is knus ingesloten door Brussel en Leuven, twee plaatsen die je toch wel terugvindt op de gemiddelde kaart van België? Je kan niet ontkennen dat het geheel redelijk centraal op deze kaarten ligt. Ik ben geboren en getogen in Erps-Kwerps. Nu ja, geboren niet echt, maar ik heb er wel meer dan 20 jaar gewoond. Toen ik kind was overkwam het me regelmatig dat mensen in de lach schoten wanneer ze hoorden dat je van Erps-Kwerps kwam. Maar toen droegen mensen vrijwillig fluo kleren en jassen van Millet, waarin je een sumoworstelaar leek. Toen beperkte je wereld zich tot je eigen kerktoren en de nabijgelegen provinciestad. Je moet het ze vergeven, de lolbroeken van toen. Maar vandaag? Wat me dan nog het meest verbaasde, was dat de dame in kwestie het grappig vond dat er een station is in Erps-Kwerps. Wat had ze gedacht? Dat je hier alleen met de bezemsteel of via de teletijdmachine geraakt? We hebben wel meer dan alleen een station in Erps-Kwerps. We hebben een voetbalclub en een jeugdbeweging. We hebben zelfs 2 kerken en 2 scholen. Bovendien hebben we het Rattenkasteel, dat het schopte tot decor én titel van een van de eerste Nerostrips! Heeft u dat? Ik denk het niet. En een festival, dat was ik bijna vergeten! We hebben ook een festival, al jaren! We hebben wegen en spoorlijnen die ons in afzienbare tijd in Brussel, Leuven en zelfs Mechelen – waar de dame in kwestie op de trein stapte – brengen. We hebben een luchthaven op fietsafstand en een fiets-o-strade. Die je zelfs kan zien vanuit de trein, maar ik had geen zin om de dame daarop te wijzen. En ondanks die centrale ligging, heeft Erps-Kwerps ook nog groene ruimte en lucht. We hebben zelfs een natuurreservaat, het Silsombos. Dus ja, mevrouw, ook een station. De rest van de rit zweeg de dame. Veltem-Beisem, Herent, het deed haar allemaal niets. Toen we aankwamen in Leuven moesten we van de trein. De dame en haar man duidelijk opgelucht dat ze hun tijdelijke status van treinreiziger achter zich konden laten. Ik opgelucht dat ik de dame en ons kort, gezamenlijk momentje in Erps-Kwerps achter me kon laten. Ik spoorde verder naar Tienen. Ik zie de mondhoeken van sommige van u alweer omhoog krullen. Tienen. Maar dat is voor een volgende keer. |
Kirsten De ConinckDuizendpoot. Moeder van 4. Creatief. Visualisator. Natuurmens. Tekenaar. Stiltezoeker. Genieten. Verteller. schrijverDag lezer die graag leest. Las je mijn romans al? Archieven
January 2024
Categorieën
All
|
Vind me terug. |
|