Gisteren spoorde ik van het werk naar huis. Tussen Brussel en Leuven ging dit aan een slakkentempo. Er was een probleem bij Het Spoor. Echt. Tegenover me zat een nette dame, haar haar onberispelijk in de plooi. Ze had duidelijk niet tegen de wind in moeten fietsen of moeten rennen van haar werk naar het perron zoals wij. Ze droeg een blinkende, zwarte donsjas en een spijkerbroek met zilveren kettinkjes langs de naad. Het type broek waar je dus niet jeansbroek, maar spijkerbroek tegen zegt. Naast me zat haar man. Man en vrouw, beide van middelbare leeftijd, waren duidelijk geen reguliere forenzen. Dat maakte ik op uit het gesprek dat ze voerden.
“Ge zijt hier ni graag hè?” fluisterde de vrouw net luid genoeg tegen haar man zodat iedereen die geen oortjes in had het kon horen. Waarna ze parmantig en een tikje hautain de medemens in de volle wagon aankeek. Ondertussen bewogen we langzaam verder, richting Leuven en sjokten we door het station van Erps-Kwerps. “Oh,” zei de dame verbaasd, “hebben ze hier ook een station?” Mijn tenen gingen krullen in mijn schoenen. Hoe is het mogelijk dat anno 2020 mensen het nog steeds grappig vinden dat Erps-Kwerps echt bestaat? We hebben landkaarten, stafkaarten en zelfs een GPS waarop je het dorp toch duidelijk kan terugvinden. Het is knus ingesloten door Brussel en Leuven, twee plaatsen die je toch wel terugvindt op de gemiddelde kaart van België? Je kan niet ontkennen dat het geheel redelijk centraal op deze kaarten ligt. Ik ben geboren en getogen in Erps-Kwerps. Nu ja, geboren niet echt, maar ik heb er wel meer dan 20 jaar gewoond. Toen ik kind was overkwam het me regelmatig dat mensen in de lach schoten wanneer ze hoorden dat je van Erps-Kwerps kwam. Maar toen droegen mensen vrijwillig fluo kleren en jassen van Millet, waarin je een sumoworstelaar leek. Toen beperkte je wereld zich tot je eigen kerktoren en de nabijgelegen provinciestad. Je moet het ze vergeven, de lolbroeken van toen. Maar vandaag? Wat me dan nog het meest verbaasde, was dat de dame in kwestie het grappig vond dat er een station is in Erps-Kwerps. Wat had ze gedacht? Dat je hier alleen met de bezemsteel of via de teletijdmachine geraakt? We hebben wel meer dan alleen een station in Erps-Kwerps. We hebben een voetbalclub en een jeugdbeweging. We hebben zelfs 2 kerken en 2 scholen. Bovendien hebben we het Rattenkasteel, dat het schopte tot decor én titel van een van de eerste Nerostrips! Heeft u dat? Ik denk het niet. En een festival, dat was ik bijna vergeten! We hebben ook een festival, al jaren! We hebben wegen en spoorlijnen die ons in afzienbare tijd in Brussel, Leuven en zelfs Mechelen – waar de dame in kwestie op de trein stapte – brengen. We hebben een luchthaven op fietsafstand en een fiets-o-strade. Die je zelfs kan zien vanuit de trein, maar ik had geen zin om de dame daarop te wijzen. En ondanks die centrale ligging, heeft Erps-Kwerps ook nog groene ruimte en lucht. We hebben zelfs een natuurreservaat, het Silsombos. Dus ja, mevrouw, ook een station. De rest van de rit zweeg de dame. Veltem-Beisem, Herent, het deed haar allemaal niets. Toen we aankwamen in Leuven moesten we van de trein. De dame en haar man duidelijk opgelucht dat ze hun tijdelijke status van treinreiziger achter zich konden laten. Ik opgelucht dat ik de dame en ons kort, gezamenlijk momentje in Erps-Kwerps achter me kon laten. Ik spoorde verder naar Tienen. Ik zie de mondhoeken van sommige van u alweer omhoog krullen. Tienen. Maar dat is voor een volgende keer. |
Kirsten De ConinckDuizendpoot. Moeder van 4. Creatief. Visualisator. Natuurmens. Tekenaar. Stiltezoeker. Genieten. Verteller. schrijverDag lezer die graag leest. Las je mijn romans al? Archieven
January 2024
Categorieën
All
|
Vind me terug. |
|