Om 7u48 kreeg ik een sms-je van Middelste Zoon: 'welke vakantie komt er nog?' Het vat zo een beetje samen hoe de sfeer hier vanmorgen was. Teneergedrukt, futloos. Het is lang geleden dat de collectieve goesting om op te staan zo laag was in dit huis. En de reden? Die hoef je niet ver te zoeken: we mogen weer naar school. Er had hier nu eens niemand zin om terug naar school te gaan, maar echt niemand. Het begon zondag al te sluimeren. Toen alle paaseitjes gevonden waren en ik voor de derde keer suggereerde dat ze misschien toch al eens hun boekentas konden maken, sloeg de stemming om. Er werden geen boekentassen gemaakt. Er werd alleen duidelijk gemaakt dat ze er echt geen zin in hadden. Zo 'n hoge graad van 'niet-zin' hebben we dit schooljaar nog niet gehad. Komt het door de lengte van de vakantie? Maakt die ene dag extra van gisteren en die paar uitrustdagen voor de vakantie (want ja, die hadden ze allemaal, ook diegenen die geen examens hadden) nu echt het verschil met de vorige vakanties? Is het de belofte aan zomer die in de lucht gehangen heeft die hen nu doet hunkeren naar eindeloze vakantie? Ik weet het niet. Ik weet alleen dat niemand vanmorgen spontaan uit bed kwam. En dat komt niet doordat ze de afgelopen weken tot de middag in hun nest gelegen hebben. Hier moest elke dag getraind worden, vaak om 6 uur of om 7u30 's ochtends. En 2 weken lang haalde ik mijn kinderen haast midden in de nacht uit bed zonder gezeur. De motivatie om te gaan zwemmen is er duidelijk wel. Wat uiteraard niet te verwonderen is want hun beslissing om dan op te staan is Autonoom - ze doen het voor zichzelf. Die zwemmers onder elkaar, dat heeft een speciale Band. Allemaal hetzelfde hoekje af wanneer ze om 6 uur 's ochtends het water induiken. En ze voelen zich Competent. In zwemmen zijn ze beter dan gemiddeld en bovendien groeien ze na elke training. Een schoolvoorbeeld van het ABC van motivatie dus. En wanneer het over school gaat ontbreekt er bij elk van mijn kinderen helaas één van die drie letters op dit moment, vrees ik. Dus heb ik mijn beste omdenkhersens ingezet en geprobeerd om hen op allerhande andere manieren te motiveren: het einde van de paasvakantie betekent dat de laatste rechte lijn naar de zomervakantie ingezet is. Of: kijk eens hoeveel feestdagen en verlengde weekends er nog aankomen. Of: er ligt al veel meer schooljaar achter jou dan voor jou. En nog een klassieker van mij: wat je gehad hebt pakken ze je niet meer af, het was een supervakantie hou dat gevoel maar vast. Of tegen de dochter die de week voor de vakantie met griep in bed lag: nu zie je eindelijk je vriendinnetjes terug. Kortom: ik probeer ze het positieve van deze koude dinsdag te laten inzien. Maar ondertussen hebben de hemelsluizen zich geopend, net op het moment dat Jongste Zoon op zijn fiets moet stappen en Oudste Zoon zijn ochtendtraining gedaan is. Ik vermoed dat jij die dit leest ook al een regenfile achter de rug hebt of dat je op die trein met vertraging zat? Want als Murphy en het weer zich er ook mee beginnen moeien, dan wordt het erg moeilijk om nog postitief te blijven. Maar elke contra heeft zijn pro. Als we dan toch geen zin hebben, dan kan maar beter alles tegenzitten, want daarna kan het daarna alleen maar beter gaan. Dan kan ik morgen zeggen: kijk, het is weer droog!
Maar ondertussen geef ik ook voor vandaag de moed nog niet op. Want ondertussen staat de blauwe regen op openbarsten, ondanks het kwakkelweer en geniet ik voor het eerst sinds lang van de oorverdovende stilte in mijn bureau. Na 2 weken is mijn hoofd terug van mij alleen, heerlijk! En jij? Wat is jouw lichtpuntje op deze grijze-werkdag-na-een-lang-weekend? Ik daag je uit om eer eentje te vinden, want lichtpuntjes zijn er altijd. Heb je het al? Zie je wel? Ik wens iedereen een fijne werkweek en een boeiende schoolweek toe! Afgelopen weekend waren we in Zeeland met mijn familie. Mijn ouders, broer, zus en alle aanhangsels. Het was prachtig weer en een heerlijk weekend waarover ik nog heel wat te bloggen heb. Vandaag deel ik alvast het mooiste plaatje van dit weekend. Acht kleinkinderen op een rij. Wat je op deze foto niet ziet, maar wat ik wel weet, is dat deze het moment vastlegt waarop er net gezegd is "op drie gaan we springen". Die milliseconde waarin de vraag gecapteerd wordt, de sprong berekend, de springroute uitgewerkt. Dat ligt vast op deze prent. En wat er toen gebeurde zie je op de volgende foto 's. Iedereen zet zich af en katapulteert de lucht in. Behalve de op één na kleinste, die springt niet. Het was een grappig gezicht en we moesten spontaan lachen met dat ventje. Toen iedereen in het zand geploft was, zei hij droog: "ik wil niet springen." Op dat moment is hij mijn held. Hij beslist. Hij wil dit niet doen en hij laat zich niet meeslepen door het enthousiasme van de anderen. Hij doet niet mee omdat dat zijn keuze is.
Als ik iets wil bijleren, dan primeert voor mij een veilige leeromgeving. Vraag me dus niet om tijdens een training of workshop tien minuten rond te springen als een elastiekje en mijn medecursisten die daar ook rondspringen vijftien seconden lang in de ogen te kijken, want dat is niet mijn ding. Dat is ver buiten mijn comfortzone en daar voel ik me niet veilig. Ik kruip dan tien minuten lang in mijn eigen hoofd en wacht tot de oefening voorbij is. Niets bijgeleerd. Niets wauw-effect.
Laat mij daarentegen een uur gaan wandelen en de frisse ideeën stromen vanzelf door mijn hoofd. Takenlijstjes, nieuwe ideetjes voor een training of een verse blog. Alles krijgt een plekje in mijn hoofd. Dan ben ik "in the zone" en gebeurt de magie vanzelf. Daar is niets sexy of uitdagend aan, integendeel: ik ben in het centrum van mijn comfort, want wandelen is echt mijn ding. Dat vertelde ik je eerder al. En daar ben ik op mijn best. Daar voel ik me veilig, kan ik mezelf zijn en staat mijn geest open voor nieuwe dingen en ideeën. Dus laat dat kind op die paal staan als hij niet wil springen. Dwing hem niet om mee te doen met de anderen, alleen maar in het belang van de foto. Wanneer hij dat niet meer eng vindt en het zelf veilig vindt om te springen, zal hij dat wel doen. Laat ons allemaal wat minder pushen, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Laat het idee dat we altijd uit onze bubbel moeten stappen om iets bij te leren eens vaker varen. Laat ons eerst kijken wat we nodig hebben om ons goed te voelen in een situatie. Is de (leer)omgeving veilig? Is er vertrouwen? Is er respect? Als die basisbehoeften in orde zijn, dan verlaat iedereen vroeg of laat wel vanzelf die comfortzone. En in de tussentijd? In de tussentijd leggen we die foto vast net voor het langverwachte wauw-moment en merken we dat alle magie reeds aanwezig is. We moeten alleen leren om dit opnieuw te zien.
Ze kon er donder op zeggen dat de giraf haar sombere stemming zou oppikken. Dat beest kijkt en luistert altijd vanuit haar hart.
“Dag giraf. Sorry daarvoor.” Hij wil alweer verder lopen, maar de giraf houdt hem zachtjes tegen met haar grote poot. “Niet zo snel, muisje. Je hebt niet geantwoord op mijn vraag. Je excuseert je voor iets waar ik het raden naar heb. Ik ben bezorgd als ik jou zo zie langslopen, met die fronsrimpels over je lieve snoet. Wat scheelt er toch met jou?” De muis zucht. Hier komt hij niet weg met een smoes. Hij kan maar beter gebruik maken van de giraf haar luisterend oor en zijn hart eens luchten. “OK, giraf. Jij wint. Ik ben geërgerd. Echt heel erg geërgerd en ik weet niet wat ik eraan moet doen. Ze hebben me gevraagd om samen te werken met de slak. En ik vind de slak een leuk dier. Altijd behulpzaam en ze bewaart in alle omstandigheden haar kalmte. Maar ik erger me blauw aan haar traagheid. Jeetje! Wat is die sloom!!” De laatste woorden spuwt hij haast uit. Zo. Het is eruit. Alle ergernis op een hoopje voor de poten van de giraf. “Dan moet je haar eens goed je gedacht zeggen! Zeg haar maar dat ze wat sneller moet werken of dat je het gaat zeggen dat haar traagheid jou in de problemen brengt!” De giraf en de muis kijken verschrikt op. Wie mengt zich ineens in het gesprek? Eigenlijk hoeven ze niet eens achterom te kijken. Ze weten het zo ook wel. Het is de jakhals. De jakhals heeft uitstekende oren. Dus hij kon het niet helpen dat hij dit gesprek opving. En bovendien heeft de jakhals over alles een mening. En het is verdomd moeilijk om die voor zichzelf te houden. “Dag jakhals,” zegt de muis, “stond je weer af te luisteren?” De jakhals komt wat dichterbij en gniffelt. “Nee, nee, afluisteren niet. Je weet dat ik hier de beste oren heb van iedereen. Bovendien is dat heel herkenbaar hoor. Ik erger me ook aan die ellendig slome slak. Je moet haar eens goed je gedacht zeggen! Het is ongehoord dat zij jou in de problemen brengt.” “Beste Jakhals, heb je Muis horen zeggen dat de traagheid van de slak haar in de problemen brengt?” komt de giraf tussenbeide. “Nee. Ja! Natuurlijk wel! Hij heeft het misschien niet zo expliciet gezegd, maar dat zal toch zeker wel?” “Jakhals,” zegt de muis, “ze brengt me niet in de problemen. Dat is iets dat jij erbij verzint. Ik erger me gewoon aan onze samenwerking omdat de dingen niet lopen zoals ik het wil. Het gaat niet snel genoeg naar mijn zin. Maar het project komt er niet door in gevaar.” De jakhals schuifelt wat ongemakkelijk heen en weer en zwiept met zijn staart door het zand. “Niet dan hè. Ik wou alleen maar helpen. Ik ben er zeker van dat haar eens goed de waarheid zeggen al een heel stuk van jouw irritatie zou wegnemen!” “Tut, tut,” komt de giraf tussenbeide, “wat bedoel je dan met ‘de waarheid zeggen’?” De jakhals geraakt op dreef. Zijn ogen schieten vuur en zijn hart klopt haast van opwinding uit zijn borstkas. De giraf die hem advies vraagt! Dat hij dat nog mag meemaken! “Wel, de waarheid is dat het de slak haar schuld is dat Muis hier geïrriteerd is, omdat hij niet snel genoeg kan doorwerken. En dat moet gezegd! In haar gezicht!“ “Jakhals,” vervolgt de giraf in alle kalmte, “die irritatie is een gevoel van Muis, omdat er iets is dat hij nodig heeft dat op dit moment ontbreekt in hun samenwerking. Het is zijn gevoel en zijn behoefte. De slak gaan vertellen dat het haar schuld is, gaat het probleem van Muis niet oplossen. Want dat gaat hem geen stap verder helpen met wat hij nodig heeft. Het gaat hooguit de relatie tussen hen beide ontwrichten en Slak wordt waarschijnlijk doodongelukkig wanneer ze dit hoort. Waar staan we dan?” De jakhals gromt en buigt zijn hoofd zo diep naar de grond dat er stof opwaait bij elke zucht die hij laat. Hij zal het nooit winnen van de giraf. Hij druipt schoorvoetend af met zijn hoofd vol wrok. “Je hoeft niet weg te gaan, Jakhals,” roept de giraf hem na, “blijf gerust en luister mee naar wat Muis echt zegt. Jij kan dat ook. Je moet alleen uit je eigen hoofd blijven. Niet oordelen, niet beginnen denken en analyseren wat je hoort. Alleen luisteren.” De muis kijkt met grote verbazing toe hoe de jakhals zich sloffend omdraait en neerploft in het zand. “Oké dan. Voor één keer.” Muis schraapt zijn keel en gaat verder: “Ik wil dat onze samenwerking effectief is. Het is het zoveelste project dat er nog eens bijgekomen is. En inhoudelijk is het reuzeleuk om aan te werken, maar het moet wel effectief gebeuren om de kostbare tijd die ik erin steek maximaal te laten renderen.” Zonder dat ze er erg in hebben is de slak dichterbij gekropen, nieuwsgierig naar al het tumult. De giraf is de eerste die haar opmerkt. “Hallo Slak, heb je gehoord wat Muis net zei?” “U-huu,” knikt de slak erg traag, “ik hoorde het.” Ze laat een lange stilte en net wanneer de muis denkt dat de slak niets meer gaat zeggen, neemt deze een grote hap lucht en gaat ze verder: “Hij wil effectiever kunnen samenwerken.” “Wat doet dat met jou als je dat hoort?” vraagt de giraf. “Het maakt me enerzijds verdrietig, want ik wist niet dat hij zich zo ergert aan mijn ritme. Maar ik kan hem ergens ook wel begrijpen. Ik vind het ook een heel erg uitdagend project. En ik weet dat mijn tempo veel lager ligt dan dat van Muis. Maar ik doe het zo graag en wil zijn kostbare tijd zeker niet verprutsen.” “Wat maakt dat je het graag doet?” gaat de giraf verder, op haar typische zachte manier. “Het is zo zinvol wat we doen. Dit project kan echt een verschil gaan maken. En dat maakt me blij dat ik aan zoiets zinvol kan bijdragen.” De muis voelt zich wat ongemakkelijk. Het is waar wat de slak zegt. Het is een erg zinvol project en op haar eigen manier is de bijdrage van de slak ook heel nuttig. De giraf onderbreekt zijn gedachtengang. “Als ik jullie zo hoor, lijkt het me dat jullie allebei het beste voorhebben met dit project. Muis wil het graag effectief houden en Slak wil een zinvolle bijdrage leveren.” “Maar Slak is Slak en zal altijd sloom blijven!” schreeuwt de jakhals uit. Hij heeft het lang volghouden vindt hij zelf. Luisteren. En zwijgen. Maar potverdorie, het is toch waar zeker? Het is en blijft een trage slome slak! De giraf kijkt de jakhals doordringend aan. “Als je bedoelt dat de slak altijd een ander tempo zal hebben dan de muis, dan heb je gelijk. Maar dat neemt niet weg dat de slak een zinvolle bijdrage aan dit project kan leveren, niet Muis?” De muis knikt heftig. “Zeker Slak, ik waardeer je inbreng enorm.” De giraf richt zich weer tot de slak: “Wat kan jou helpen om bij te dragen aan het project op jouw eigen tempo en dat het toch effectief kan zijn?” “Daar moet ik eigenlijk niet lang over nadenken,” anwoordt de slak erg snel voor haar doen. “Als ik klaar ben met denken, dan roep ik jou erbij Muis. Dan kan je de tijd daartussen nuttig besteden aan iets anders, en de tijd die we dan samen zijn, kunnen we onmiddellijk verder werken aan het project.” De muis haar ogen lichten op, voor het eerst in dagen. “Dat we daar niet eerder aan gedacht hebben. Dat is inderdaad een goed idee. In plaats van op voorhand uren en dagen in te plannen die dan voorbijglijden in eindeloze traagheid, werken we op afroep. Wat een goed idee, Slak!” De jakhals krabbelt overeind en stapt op hoge poten weg. Hij glundert. Hij heeft hier dus wel voor een doorbraak gezorgd! Ze moeten iets doen aan de traagheid van de slak en hij heeft dat gezegd! Vanuit haar ooghoeken ziet de giraf hem verder lopen, met het hoofd fier opgeheven. Ze moet glimlachen. Hij zal altijd jakhals blijven. Maar zolang er genoeg ‘girafs’ verspreid wordt onder de dieren mag hij blijven wie hij is. Een knuppel in het hoenderhok. Een schop onder je kont. Vertederd kijkt ze de muis en de slak na en geniet ze van de leegte in haar oren. Klaar voor een nieuw verhaal. |
Kirsten De ConinckDuizendpoot. Moeder van 4. Creatief. Visualisator. Natuurmens. Tekenaar. Stiltezoeker. Genieten. Verteller. schrijverDag lezer die graag leest. Las je mijn romans al? Archieven
January 2024
Categorieën
All
|
Vind me terug. |
|