Tot zondag dus. Uit het niets kreeg Jongste Zoon last van snot en tranende ogen. Een paar uur later ook van keelpijn en hoofdpijn en hij voelde zich misselijk. Maar geen spierpijn of koorts, dus duidelijk geen griep. Dat nam niet weg dat hij zich ellendig voelde. Geen energie meer, barstende hoofdpijn, geen trek en al wat je maar wilt. De griep hadden we overwonnen, maar dit verkoudheidsvirus was er wél in geslaagd ons huis binnen te sluipen. En niemand had ons verwittigd voor de besmettelijkheid ervan! Groot was dan ook mijn verbazing toen ik maandagochtend opstond met dezelfde symptomen. Het was een belangrijke werkdag, dus ik sleepte me naar Antwerpen en ja hoor, ik spartelde door een intensieve en deugddoende teamdag. Maar nu, 24 uur later, moet ik toegeven dat ik me belabberd voel. En dat mijn mentale wil om dit virus te verslaan misschien niet sterk genoeg is. Deze voormiddag zeiden mijn hersenen nog: als het straks stopt met sneeuwen, loop ik dit eruit. Maar toen het eindelijk gestopt was met miezeren zeiden mijn benen dat het niet doorging, dat lopen-tegen-het-ziek-worden.
Ondertussen zijn ook Dochter en Oudste Zoon met de gekende symptomen thuisgekomen van school. Virus - gezin: 1 - 0. En weet je wat? Nu wou ik dat we allemaal DE griep gekregen hadden. Want dan waren we tenminste echt ziek geweest. Dan hadden we koorts en konden we alleen maar slapen. Dan zei ons lichaam 'het is genoeg geweest, nu is het tijd om mij aandacht te geven en me te verzorgen.' Dan was het gerechtvaardigd om naar de klant te bellen en te zeggen dat de training niet doorgaat. Want griep is griep. Maar dit halfslachtig verkoudheidsvirus maakt me lastig. Want je bent belabberd, maar niet ziek. Of toch niet ziek genoeg om onder een dekentje te kruipen met citroenthee. Maar bijlange niet goed genoeg om vol energie te gaan werken of om te gaan sporten. Ik baal van deze tussen gezond en ziek zijn in-virusjes. Ze matten je af, putten je uit, maar dwingen je ook om door te gaan. Want ja, met een pijnstiller gaat het al beter. En ja, je kan nog rondwandelen en les volgen en koken. En zo zitten wij mensen in elkaar: zo lang we door kunnen gaan, doen we dat ook. Dus hoop ik heel erg dat ik me morgen of herboren voel, of lekker ziek. Zodat ik of alles kan doen wat vandaag wat blijven liggen is, of helemaal niets moet doen, buiten slapen en thee drinken. Met lichte voorkeur voor het eerste. ![]() Volgende week maandag (23 januari) is het klaagvrije maandag. Een initiatief dat ik tegenkwam op Facebook en waar ik graag voor inteken. Daarom probeerde ik het afgelopen weekend alvast te focussen op het positieve in alles wat er rondom mij gebeurt. Want als je dat kan, is niet klagen kinderspel. Toch? Dus besloot ik op zaterdagochtend, maar echt in de ochtend-ochtend om tòch te gaan lopen. Want ja, het was ijskoud en glad en nog pikkedonker. Maar... het sneeuwde niet, niettegenstaande die leugenachtige buienradar me dat probeerde wijs te maken. Door in een cirkel rond ons huis te lopen kon ik bovendien op elke moment beslissen om een shortcut naar huis te nemen, mocht het weer omslaan. En ik was toch wakker wegens wekker om 5u45 voor een heel weekend zwemwedstrijd. Dus waarom zou ik het laten? Het was één spekglad, donker avontuur door de stille straten van ons dorp, maar onder andere daardoor had ik een ferme energieboost voor de rest van de voormiddag! Middelste Zoon kreeg eind vorige week griep. De echte lig-in-de-zetel-en-zie-af-variant. Maar desondanks wou hij zaterdagochtend om 6 uur mee opstaan omdat hij wedstrijd moest zwemmen. Ik gaf hem het voordeel van de twijfel en hoopte samen met hem op een miraculeuze genezing. 's Middags belde hij me helaas al en hij klonk nog zieker dan de dag voordien. Of ik hem kon komen halen? Want het ging echt niet. Hij had zijn zwembroek zelfs niet aangedaan. Ik had hem kunnen vervloeken en in had-ik-het-niet-gezegd-taal kunnen vervallen, maar dat deed ik niet. Ik prees hem omdat hij het toch geprobeerd had en bewoog hemel en aarde om hem thuis te krijgen, want nee, ik kon hem niet gaan halen. Oudste zoon moest les gaan geven en heeft nog steeds fietsverbod wegens een gebroken schouder, dus ik was bezet. En ondanks al het gedoe bewonder ik de motivatie die Middelste Zoon aan de dag legt als het over zwemmen gaat. Als Jongste Zoon straks thuiskomt met een minder resultaat op wiskunde, dan ga ik daar niet over klagen. Maar dan ga ik hem prijzen om zijn wilskracht. Omdat hij dit weekend 2 dagen wedstrijd moest zwemmen, inclusief finales in de namiddag en omdat hij ervoor gekozen heeft om én de finales te zwemmen én zich te engageren om in een rumoerige zwembadcafetarie toch zijn wiskunde te leren. Het vergde discipline om onder het oog van zijn kameraden zijn boeken boven te halen. Maar hij deed het en was echt geconcentreerd bezig.
Misschien vraag je je af waarom ik die post-its niet gewoon weggooi wanneer de taken klaar zijn? Wel, juist om die reden: ik word er vrolijk van als ik zie wat er al allemaal gebeurd is. Het stimuleert om verder te doen. Want kijk eens wat er al allemaal klaar is! Maar ook wanneer je het bos door de bomen niet meer ziet, kunnen deze post-its je helpen om terug in actie te schieten. Beloon jezelf voor je noeste arbeid, want hé, dat heb je wel verdiend na al dat opruimen. Stel jezelf een doel. Bijvoorbeeld: wanneer er tien post-its in de kolom DONE hangen, trakteren we onszelf op frietjes! Of wanneer alle kleerkast post-its in DONE hangen, dan krijgt iedereen een nieuwe trui. Of geef jezelf een weekje opruimverlof als alle bergruimten in huis aan de beurt geweest zijn. Kies een beloning waar jij deugd van hebt. En je zal zien: het gaat als een speer vooruit! Maak het doenbaar.
En wat je niet ziet, is de rommel die in die kasten steekt. Ik weet dat, maar jij niet. En niemand heeft daar last van zolang de kasten dicht zijn. Eens geopend is dat wat anders. Een nachtje gaan logeren bij een vriendinnetje, dat doet Dochter op eigen risico. Want de logeerkoffertjes zitten in deze beruchte kasten. En een koffertje uit de kast halen zonder dat de halve inhoud eruit valt, is een ware beproeving. Dus het moet echt eens opgeruimd worden. Maar aan de andere kant: Dochter gaat helemaal niet bij een vriendinnetje logeren dit weekend.
Genoeg! Tijd om te stoppen met mezelf in excuses te wentelen en hoog tijd om die onmogelijke taak op te splitsen in dingen die wel doenbaar zijn. Daarvoor ga ik na wat er precies in deze kasten zit - vanalles en nog wat - en wat ermee moet gebeuren. De skikleren zitten hier bijvoorbeeld in. Die komen er maar één keer per jaar uit, meestal een dag of twee voor ze in de koffers moeten geraken. Gevolg: ik ontdek elk jaar veel te laat dat Oudste Zoon uit zijn thermisch ondergoed gegroeid is en ik was alweer vergeten dat de skibroek van Jongste Zoon dringend aan vervanging toe is. Gevolg: elk jaar opnieuw moet ik veel te dure spullen bijkopen op het laatste moment. En elk jaar neem ik me voor om de triage al te doen in januari, zodat ik die spullen, die we toch maar eens per jaar dragen, in de solden kan kopen. Dus een eerste post-it wordt: "skigerief passen & bestellen" en deze verhuist meteen naar de kolom PRIO. Dit wordt een taakje voor dit weekend. Aan die gevaarlijke stapel koffers en sporttassen moet ook iets gebeuren, dus ook dat wordt een post-it. Nu ben ik vertrokken en kan ik van alle dingen die in die kast steken specifiek neerpennen wat ermee moet gebeuren. Ik neem een andere kleur post-its voor deze subtaken en geef ze telkens als titel "Witte kasten". Op deze manier hou ik de link met de oorspronkelijke taak en kan ik deze, als alle subtaken klaar zijn, toch nog in DONE hangen. Zo. De bomen zijn weer zichtbaar door het bos. De dringende taken zijn naar voor geschoven, de andere taken kunnen weer verdeeld worden onder de huisgenoten. We zien het weer zitten! Ik vlieg er weer in en hopelijk neem jij ook je volgende project vast. Laat gerust weten hoe het jou vergaat! Eind vorige week was ik een workshop Non Violent Communication aan het voorbereiden en daarbij stootte ik op deze quote. Dit is zo 'n waarheid als een koe, dat ik hem graag met jullie wil delen op deze mistige, koude zondagochtend. Want zeg eens eerlijk. Hoeveel keer stond jij gisteren met je oordeel klaar over wat je om je heen zag gebeuren? Over de buren die twee keer per jaar gaan skiën? Over de moeder op het voetbaltoernooi die altijd zo staat te brullen tegen haar kind? Over je collega die je mailbox weer volpompte tijdens het weekend?
Zie ik daar een glimlachje spelen? Is het herkenbaar? Zonder dat we er nog stil bij staan doen we dit dag in dag uit. Er is ons altijd gezegd dat een eigen mening hebben goed is. Dat het toont dat je een kritisch persoon bent die zelf weet wat hij wil. En dat is natuurlijk ook zo. Maar wanneer die eigen mening keer op keer gebaseerd is op een (voor)oordeel, dan zijn we met zijn allen niet goed bezig. Ik word er persoonlijk niet goed van wanneer ik Facebook openklik en er staan alweer 149 comments bij een artikel over of het strooizout nu wel of niet op is in Tienen. Echt? Serieus? Moeten we daar allemaal iets over te zeggen hebben? Worden we daar beter van? En moeten we dan persé de mening van die 148 anderen weerleggen of, nog erger, afbreken? Wat zou het met je doen als je eens zou waarnemen zonder onmiddellijk te oordelen? Al was het maar één keer per dag. In plaats van onmiddellijk naar je veroordeelplekje te surfen in je hersenen, je eerst de vraag stellen: wat zou de reden kunnen zijn waarom die moeder altijd zo staat te schreeuwen aan de zijlijn? Wil zij appreciatie overbrengen naar haar zoon? Wil ze hem doen groeien en hem sterker maken, daar op dat veld? Of is ze erg onzeker over zichzelf en of ze er wel goed aan doet om dat kind hier in de kou te laten voetballen? Wat haar beweegreden ook is, het is een nood die jij zelf ook herkent. Misschien toon jij je appreciatie anders, ga je anders om met onzekerheid. En waarschijnlijk ben je het nog steeds niet eens met de manier waarop ze dit toont, maar je kan op zijn minst begrijpen waarom ze het doet. Als je zou weten dat er heel veel onzekerheid schuilgaat achter haar geschreeuw, zou je met andere ogen naar haar kijken. En haar misschien eens een schouderklopje geven en vertellen dat haar zoon goed bezig is. Misschien is dat net wat ze nodig heeft in plaats van de veroordelende blikken van de andere ouders. Sinds ik probeer om niet altijd met mijn oordeel klaar te staan bij alles wat ik rondom mij zie gebeuren, is mijn leven veel rustiger. Ik jaag me niet op wanneer mijn mailbox op zondagvoormiddag tien keer ping doet, maar bedenk me dat mijn collega dat doorsturen van die mails misschien nodig heeft om rust in zijn hoofd te hebben zodat hij van zijn zondagnamiddag kan genieten. En dan is het OK voor mij. Probeer het op deze zondag ook eens. Probeer eens op stop te duwen wanneer je iets ziet gebeuren en je spontaan in je oordeel schiet. Vraag je eerst eens af waarom? Deze lijst kan je hierbij helpen. Hij somt de basisbehoeften op die we allemaal hebben, maar die we allemaal op een andere manier invullen. En soms is het al voldoende om je een behoefte te kunnen voorstellen bij het "irritante" gedrag van een ander. Soms heb je meer nodig, en wil je het echt weten. En in de meeste gevallen kan je het dan ook gewoon vragen. Vraag maar eens aan die collega of hij al zijn mails op zondagvoormiddag doorstuurt omdat hij rust wilt om van de namiddag te kunnen genieten. En als het antwoord ja is, kan je hem voorstellen om die mails klaar te zetten, maar nog niet door te sturen. Zodat hij zijn rust heeft, maar de jouwe niet verstoord wordt. En als het antwoord nee is, komt hij vast wel zelf met de reden waarom hij dat doet. En ook dan kan je samen naar een oplossing zoeken, zolang je maar niet begint te oordelen. Geniet dus van deze zondag, geniet van wat om je heen gebeurt en (ver)oordeel niet. En laat me weten wat het met je gedaan heeft! Enne, oefening baart kunst, het is niet erg wanneer het vandaag nog niet lukt, of wanneer het maar één keer lukt. Want elke keer dat het wel lukt, hoef je je niet op te jagen en lastig te maken om ... niets! ... staan we met zijn allen met goede voornemens klaar! Omdat goede voornemens en ik niet altijd de beste maatjes zijn heb ik er tot nu toe geen gemaakt en er dus ook niet over geschreven. Ik vind ze vaak artificeel, met torenhoge verwachtingen en - aaaaahhh - is het nog geen februari? Zodat ik ze zonder schuldgevoel kan laten vallen? Niet dat ik het niet belangrijk vind om mijn beste beentje voor te zetten. Voor mezelf of voor anderen. Maar geef het kind dan een andere naam. Eentje die minder "ja ja, het zal wel" klinkt. Eentje die je motiveert. Noem het doel, vlag, werkpunt, het maakt niet uit. Zolang het voor jou maar authentiek klinkt. En maak die afspraak met jezelf wanneer het jou uitkomt, niet omdat we sinds maandag 2017 schrijven in plaats van 2016. Zo besloot ik een kleine twee jaar geleden dat ik echt terug moest gaan sporten. Een aandachtsschreeuw van mijn lichaam die ik niet kon negeren. Drie keer per week de loopschoenen aanbinden werd mijn streefdoel. En als ik dit een aantal maanden zou volhouden, mocht ik mezelf op nieuwe schoenen trakteren. En zo gebeurde. De eerste keren zag ik de lol er niet van in, van deze afspraak met mezelf, maar gaandeweg ging het lopen terug wat vlotter en het gebruik van een activity tracker zorgde ervoor dat ik mijn eigen vooruitgang duidelijk zag. En dat doet deugd: jezelf beter zien worden in iets. Deze externe motivatoren hielpen me op weg in het begin, toen "gaan lopen" nog een grote MOET was in mijn dagelijkse routine. Maar hoe verder ik kwam, hoe minder ik deze externe motivatie nodig had. Die nieuwe schoenen kwamen er - en god, ze waren een zegen - maar ze hielden me niet aan het lopen. Het was de hernieuwde energie, de rust in het hoofd waar ik je hier over schreef die me lopend hielden. De intrinsieke motivatie werd sterker en sterker, en ik liep omdat ik het zelf kon én wou! Ik had mijn drive gevonden. Over wat motivatie met een mens doet, schreef ik een hoofdstuk in mijn boek. Het is bijna publiceer-klaar, maar wie nieuwsgierig is, kan hier alvast het eerste hoofdstuk lezen. Hieronder vind je als surplus de sketchnote die Layla, het hoofdpersonnage, maakte over wat drive is. Terug naar het lopen. Toen kwamen de eerste blessures en werd het moeilijk om mezelf drie keer per week op te peppen om te gaan sporten. De motivatie verminderde zienderogen. Ik vertelde je hier al eens hoe moeilijk het dan wordt om terug op gang te geraken.
Ondertussen zijn we een aantal maanden verder en slaag ik er weer in om een keer of drie per week te gaan lopen. Driewerf hoera voor mezelf! Wat is er dan veranderd tegenover de vorige keer dat ik schreef over mijn gebrek aan loopmotivatie? Ik kreeg een inzicht dat ik graag met jullie wil delen. Als cadeautje voor 2017 van mij aan mijn lezers. Ik werd namelijk milder met mezelf. In plaats van heel de tijd tegen mijn eigen geweten te schoppen en mezelf te pushen om terug in sportmodus te geraken, leerde ik accepteren dat het OK is om eens geen zin te hebben. Goesting en motivatie moeten gevoed worden. En soms ontbreekt nu eenmaal de juiste voeding. De hunker naar een leeg hoofd hield me maanden aan het lopen. Maar ineens deed het me niets meer. Het werkte - tijdelijk - niet. En er was niet onmiddellijk iets anders in de plaats dat me terug het veld inkreeg, met die verduivelde loopschoenen aan. En dan, dan is het ook goed. Dat heb ik de afgelopen maanden geleerd. Dan mag ik eens een weekje niet gaan lopen. Daarom ben ik niet meteen een zetelhangende, ongezonde (en ongewassen, vettige en dikke - want dat denk je er dan bij) versie van mezelf. Integendeel. Dan ben ik nog steeds mezelf, maar een lievere zelf. Met wat empathie voor die arme ik die het even niet meer trekt. Dan ben ik mezelf zelfs dankbaar voor de rust die ik krijg. Dat ik even niet MOET van haar. En die milde versie van mezelf zegt me dan dat een stevige wandeling met het gezin ook beweging is. Dat het huis van boven tot beneden poetsen ook beweging is, en nog nuttig bovendien. Het moet niet altijd én én zijn. En lopen is ondertussen zo ingebakken in mijn lichaam dat ik er vroeg of laat toch terug mee start. Dan voel ik hoe stram de spieren in mijn nek en schouders zijn en weet ik "van lopen wordt dit beter." Of dan vragen twee leuke dames me of ik de dag nadien niet mee wil gaan lopen. Tegen een leuke babbel zeg ik geen nee, dus voor ik het weet ben ik mee op hun loopronde. Dan geniet ik dubbel en dik van het gevoel om terug in beweging te zijn. En in no time ben ik weer gemotiveerd. Vriezen of niet, sneeuw of niet, we lopen terug drie keer per week. En komen er nog periodes dat ik geen zin heb om te sporten? Ja hoor, ongetwijfeld. Maar dat is OK. Dan heb ik even tijd voor iets anders dat op dat moment waarschijnlijk meer aandacht vereist. En die zin komt later wel terug. Want dat ik gemotiveerd ben om mijn lichaam gezond te houden, staat buiten kijf. Daarom wens ik ieder van jullie een fijn doel toe dit jaar! En ik wens vooral dat je niet te streng bent voor jezelf. Begin met wat aardiger te zijn voor de persoon die je elke ochtend in de spiegel ziet. Zeker op dagen dat het je eens niet lukt om te doen wat je "moet". En je zal zien: dit jaar hou je het veel langer vol! Schol! Op een sprankelend 2017. Laat me zeker weten wat jouw doel wordt, ik ben benieuwd! |
Kirsten De ConinckDuizendpoot. Moeder van 4. Creatief. Visualisator. Natuurmens. Tekenaar. Stiltezoeker. Genieten. Verteller. schrijverDag lezer die graag leest. Las je mijn romans al? Archieven
January 2024
Categorieën
All
|
Vind me terug. |
|