De kinderen groeien als kool. Zo erg zelfs dat, wanneer ik ’s morgens opsta, ik mijn eigen kinderen niet meer herken. Toegegeven, dat is een beetje overdreven, maar toch. Ze groeien wel zo hard dat het lijkt alsof Jongste Zoon alleen nog maar driekwartbroeken draagt. En dochter alleen nog truien met halflange mouwen heeft. Ook Middelste Zoon en Oudste Zoon komen ‘s ochtends regelmatig naar beneden met een bedenkelijke blik op hun gezicht, de armen vooruit gestoken, of de knop van de broek open. Dat betekent dat het hoog tijd is voor wat extra shopinspanningen. En dan begint er in mijn hoofd een dilemma te ontspinnen. Want vier kinderen in het nieuw steken, dat kost geld. En in dit groot gezin moet er af en toe best wel op de uitgaven gelet worden. Middelste Zoon en Jongste Zoon zijn nogal tuk op merkkledij. Bovendien zijn ze erg kieskeurig in wat ze aandoen en wat niet. Maar wanneer de kleerkasten dringend aanvulling nodig hebben, kan dat niet gebeuren met broeken van elk 70 euro, en dito truien. Dus maak ik de afweging in welke goedkopere winkels we voor deze aanvulronde terecht kunnen. Ze denken actief mee. Zij vanuit de bezorgdheid: met welke kleren wil ik over straat lopen? Ik vanuit de bezorgdheid: hoe proper zijn deze kleren? Ik wil namelijk niet bijdragen aan het in stand houden van oneerlijke handel en kinderuitbuiting, alleen maar om onze kleerkasten vol te proppen, en om onszelf tegoed te doen aan de verslaving die impulsaankoop heet. Daar doe ik niet aan mee. Ik heb een stoffenwinkel uitgebaat, en ik weet dat de groothandelsprijzen voor de stof in Europa hoger liggen dan de prijs die het afgewerkt product heeft in de Grote Ketenwinkels. Dus hoe slagen zij er dan in om die kleren zo spotgoedkoop in de winkels te krijgen? Ik heb er mijn bedenkingen bij. Maar af en toe moeten we hier erg goed naar de portemonnee luisteren en moeten we een compromis sluiten met onszelf. We vulden gisteren dan ook de kleerkast van Dochter en Jongste Zoon aan met enkele basisstukken uit Grote Ketenwinkels. We vertrokken tegen 17u naar het stadscentrum. Op zo ’n moment is de chaos in zo ’n Grote Ketenwinkel enorm. Alles ligt op de verkeerde plaats, verkoopsters proberen wanhopig om opgefrommelde truien en verkeerd weggelegde rokjes netjes op de juiste plaats te leggen. Maar het is dweilen met de kraan open. Er is nog steeds heel veel volk in de winkel, en niemand schijnt zich iets aan te trekken van de rommel. Integendeel, we kopiëren elkaars gedrag en gooien het pulletje dat toch niet past nonchalant op een willekeurige hoop. De verkoopster ruimt het wel op. Wordt ze tenslotte voor betaald, toch? Het is dus relatief veilig om Dochter hier alleen los te laten terwijl ik met Jongste Zoon gericht op zoek ga naar een lange broek. Want Dochter is een snuisteraar. Maar in deze chaos ben ik er vrij zeker van dat haar vangst relatief beperkt zal zijn. Ik moet toegeven, mijn geldhersenen worden vrolijk als ik daar rondloop. 3 broeken voor de prijs van 1 broek uit hun normale Merkenwinkeltje. De verleiding is groot om tegen Jongste Zoon te zeggen: “past die donkerblauwe broek? Neem de grijze dan ook maar.” Want hé, het is wel een koopje! Jongste Zoon houdt nog minder van deze drukte dan ik, en heeft er dan ook snel genoeg van. Wil hij nog even kijken voor een trui of een jas? Nee. Hoeft niet. Ik wacht wel tot je weer naar Merkenwinkeltje gaat, daar is het rustig en vind ik snel wat ik wil. Ondertussen is Dochter klaar met snuisteren. Haar vangst is zoals verwacht beperkt. Ze wilde een outfit kiezen voor minder dan 50 euro, en dat lukt haar in deze Grote Ketenwinkel zonder enig probleem. Ze heeft zelfs budget over. Ondertussen loopt het tegen sluitingstijd en begint de gejaagdheid in de winkel toe te nemen. Verkoopsters beginnen iets ostentatiever op te ruimen. Moeders sporen hun kinderen aan om sneller kleren aan en uit te trekken. En de kassarijen groeien. Terwijl Dochter zich nog moet omkleden, gaat Jongste Zoon op zoek naar de snelste kassarij. Hij heeft het gehad. En ik ook. Dit is een wereld die niet de mijne is. Zoveel mogelijk kleren kopen aan een prikje. Graaien in onordelijke stapels en aanschuiven aan veel te lange kassarijen. Is er iemand in deze winkel die zich op dit moment ook afvraagt of de vrouw die de mouwen in deze T-shirts moest naaien ’s avonds eten kan kopen van haar loontje? En is er iemand die zich afvraagt wanneer de kinderen die de garens op de naaimachines moeten rijgen rugklachten beginnen krijgen? Ik weet het niet. Ik betwijfel het. Ik ben blij dat de kasten aangevuld zijn, maar even blij dat ik hier nu niet meer hoef terug te komen tot de volgende groeispurt. En blij dat de kinderen dit ook niet het summum van zaterdags plezier vinden.
|
Kirsten De ConinckDuizendpoot. Moeder van 4. Creatief. Visualisator. Natuurmens. Tekenaar. Stiltezoeker. Genieten. Verteller. schrijverDag lezer die graag leest. Las je mijn romans al? Archieven
December 2020
Categorieën
All
|
Vind me terug. |
|