Volgende week heb ik een weekje verlof en trekken we er op uit. Niet naar Oostenrijk, zoals we van plan waren. We trekken naar plan B. In eigen land. Mr. Covid-19 en zijn 154.870.473.897 vrienden gooiden roet in het eten. De laatste 2 weken waren alweer een rollercoaster waarop we allemaal geleefd werden. Beslissingen werden genomen. Of toch weer niet. Voorstellen kwamen in de media en bleken dan toch weer niet zaligmakend. Veiligheidsraden kwamen samen en deden helemaal niets, of juist heel veel. Op den duur wist ik het allemaal niet meer. Zouden we naar Oostenrijk rijden? Even helemaal weg van alle Covid-19 heisa? Of konden we dat risico niet nemen? Rijden we naar een oranje zone of zijn we ineens een oranje zone? Is er überhaupt een risico? En wat betekent dat voor de achterblijvers, want niet iedereen van ons gezin reist mee? Het leek er op dat mijn hoofd ging ontploffen. Ik had te veel informatie, en bovendien had ik er geen flauw idee van of deze informatie de juiste was. Ik begon te twijfelen en begon te denken over een plan B. Het leek me veiliger, minder complex, om in eigen land te blijven. Ook al zitten we hier vaak als sardientjes in een blik en ga ik NIET in de file van de Ninglingspo wandelen. Dan liever alleen op 2800 m, met 2 Italianen en een Duitser die ik niet ken, starend naar een kruis en wat sneeuw. Maar toch. Twijfel is een onkruid en het groeide stevig door. Ik begon te zoeken naar wat mogelijk was in eigen land, liefst met wat groen en water. Manlief, daarentegen, zag het nog steeds helemaal zitten: Oostenrijk, weg van alles. Dwarsliggers houden de sporen samen, gelukkig maar, want even leek het er op dat onze sporen gingen ontsporen.
Maar na de veiligheidsraad van afgelopen maandag en alweer niet zo'n duidelijke communicatie over bubbels, afstand houden en winkelen, en geen woord meer over wat-met-het-buitenland-en-oranje-zones-en-quarantaine, hakten we de knoop door: we zouden in België blijven. We likten onze wonden en boekten campings langs water en in bossen. En ik weet het: we hebben niet te klagen. We trekken er op uit, we gaan er het beste van maken en alsnog genieten van leven bij de dag, een week lang. En toch ben ik aan het rouwen. Rouwen om wat niet komt. De rust en de wijdheid van mijn geliefde bergen. Die mis ik nu al. Rouwen om heel materiële dingen die ik ga missen: de netheid van het sanitair op een Oostenrijkse camping, Spätzle en Spezi in de winkelrekken. Maar ook, en waarschijnlijk vooral, rouwen om de onmacht om niet te kunnen doen waar je hart ligt. Rouwen om de autonomie die we niet hebben om beslissingen te nemen die ons de juiste lijken. Rouwen om de manier waarop je beslissingen moet nemen: met onjuiste, onvolledige en contradictorische informatie. Dat alles maakt me verdrietig en blijft in mijn achterhoofd zeuren, ook al weet ik rationeel dat deze keuze mij minder kopzorgen gaat geven de komende week. En ik weet ook dat je plezier zelf maakt, dat het aan ons ligt of we er een leuke week van zullen maken. En toch. Het zal anders zijn dan anders, net zoals alles dit jaar anders is. Dus dacht ik: ik schrijf het van me af. En luister met gulzige nieuwsgierigheid naar jouw verhaal. Waar ga jij vakantie nemen? En wat maakte dat je daarvoor koos? Vooral dat laatste, daar ben ik mateloos in geïnteresseerd. Maar in elk geval, wat het ook is: maak er het beste van. En vergeet niet te genieten en te ontspannen. Op welke manier ook. Prettige vakantie! |
Kirsten De ConinckDuizendpoot. Moeder van 4. Creatief. Visualisator. Natuurmens. Tekenaar. Stiltezoeker. Genieten. Verteller. schrijverDag lezer die graag leest. Las je mijn romans al? Archieven
January 2024
Categorieën
All
|
Vind me terug. |
|