Gisteren ging ik overstag. Drie weken geleden besloot een virale infectie mijn keel en sinussen te gaan bewonen en sindsdien ben ik op de sukkel. Soms een paar dagen keelpijn, soms stevige hoofdpijn en af en toe allebei. Maar het was lekker druk op het werk, de kinderen hadden vakantie en moesten van alles, er waren weekends gepland en dus gingen we door. Een pilletje later konden we er weer tegen en voltrok het leven zich weer op kruissnelheid.
Tot het afgelopen weekend. Zondag moest ik behoorlijk vroeg op pad met Jongste Zoon en toen ik thuiskwam, moesten alle bergen was die zich opstapelden tussen mij en mijn welverdiende weekendrust er ook nog aan geloven. Toen liep het fout. De energie liep weg als uit een ballon die in volle ademteug aan je lippen ontsnapt en toen ik even in de zetel ging zitten, viel ik prompt in slaap voor meer dan een uur. Dus op maandagochtend: toch maar even naar de dokter. Dat doktersbezoek was kort en duidelijk: 'maar mevrouw, u hebt koorts. En er zit zoveel vocht achter uw trommelvlies dat het elk moment kan knappen.' Ja, dat voelde ik. Allebei. Dus kreeg ik toch een antibioticakuurtje en erachteraan: 'je moet ook een paar dagen rust nemen, hoor.' Dus schreef ze mij nog een briefje. Voor het werk. 2 dagen rust en dan een vrije dag, tegen dan zou het wel beter moeten gaan. Daarna ging ik naar de apotheek, 2 keer, want ze moest nog pilletjes klaarmaken en die kon ik een uurtje later komen ophalen, en plofte ik tegen halfvier opnieuw achter mijn bureau. Want zo lang had het geduurd: een afspraak bij de dokter vastkrijgen, toch nog een tijdje sudderen in de wachtzaal en dan nog langs de apotheek, 2 keer dus. Ik wilde aan mijn bureau gaan zitten om mijn out of office in te stellen en mijn collega 's te verwittigen dat ik er de komende 2 dagen niet zou zijn, maar zag nog 20 ongelezen mails, die zich hadden opgestapeld tijdens mijn doktersbezoek, dus die werkte ik snel even weg voor ik me offline meldde. Tot zover mijn eerste rustdag. Want wat stelt dat nu voor, een briefje voor het werk? Mijn werk zit hier bij mij in de zetel. Mijn mailbox blijft me vertellen dat andere mensen er van uitgaan dat ik hun vragen zal beantwoorden en als dadelijk de telefoon gaat, neem ik hem misschien toch op. Bovendien heeft de dokter geen briefje geschreven voor mijn hoofd. Dat had ze beter wel gedaan, want dat negeert het bevel 'rusten' grandioos. Mijn hoofd heeft vandaag al bedacht dat ik het beddengoed zou kunnen wassen, nu ik toch niet mag werken. Ook al voelde ik meteen het zweet uitbreken bij het idee dat ik met lakens zou gaan zeulen en bedden moet opmaken, mijn hoofd blijft toch koppig fluisteren: maar het is nu droog. Als je dat rustig doet, niet gehaast, kan dat toch niet zoveel energie eisen? Zo bedenkt mijn hoofd ook dat ik boodschappen kan doen - op het gemakje - dat ik wel een blog kan schrijven - wat is daar nu vermoeiend aan? - en dat ik één keer in de voormiddag en één keer in de namiddag moet checken of er toch niets dringends in mijn mailbox zit. De gemene kant van mijn hoofd houdt me ook al voor dat zo'n dag rusten eigenlijk geen dag is: tegen dat de laatste hier de deur achter zich toetrekt, is de eerste die vertrok alweer bijna thuis. De uren daartussen, die echt voor stilte en rust dienen, zijn erg schaars. Een gedachte die me niet echt helpt om me onder een dekentje te nestelen en me over te geven aan verkwikkende doezelige slaap en rust. Eigenlijk zou er aan elke dokterspraktijk een extra uitgang moeten zijn. De klassieke uitgang voor de visites waarna je gewoon weer de draad van je bezigheden kan oppikken en de uitgang die hoort bij de gevleugelde uitspraak: 'u zou ook wel een beetje moeten rusten.' Wanneer de dokter die woorden zegt, leidt hij of zij jou naar die andere deur. Achter die deur krijg je een koffertje, met een pyjama en een tandenborstel. En eventueel wat proper ondergoed. Verder geef je alles af: je telefoon, je drukke werkagenda en de zorg om wie thuis zit en je straks ongetwijfeld iets moet vragen. Je wordt ontvangen in een ruimte waar ligstoelen staan en zachte warme dekentjes je uitnodigen om te dommelen. Er is gemberthee en vers appelsiensap. Tijdschriften en boeken zijn er ook, maar die mag je pas vanaf dag 2. Het warme stoombad mag je gebruiken van zodra je koortsvrij bent en de massagetafels als die vrij zijn. Kleine wandelingen door de tuin zijn toegelaten. Muziek luisteren ook. Naar huis bellen om zoonlief te vertellen waar zijn sportschoenen staan, niet. Wanneer je hoofd dan aan beddengoed wassen begint te denken, kan je er eens hartelijk om lachen: er valt daar helemaal geen beddengoed te wassen, dom hoofd. Ga rusten! En dan, 2 dagen later, kan je naar huis. Uitgerust. Herboren. De virussen liet je achter, samen met liters snot en idiote gedachten als boodschappen doen kan nu even en als ik mijn mails niet check, stopt de wereld met draaien. Je kan eens glimlachen om de persoon die je twee dagen geleden nog was en voelt de energie weer door je aderen stromen. Maar zo gaat het dus niet. Voorlopig moet ik het doen met de dochter die, net voor ze naar school vertrekt, zegt: "niet aan je bureau gaan zitten, he mama. Rusten hoor." "Nee, nee," zeg ik haar, "dat zal ik niet doen. En dat doe ik ook niet. Ik zit in de zetel, met de laptop op schoot. Even een blogje schrijven en dan, dan ga ik rusten. Nu nog mijn hoofd overtuigen. |
Kirsten De ConinckDuizendpoot. Moeder van 4. Creatief. Visualisator. Natuurmens. Tekenaar. Stiltezoeker. Genieten. Verteller. schrijverDag lezer die graag leest. Las je mijn romans al? Archieven
January 2024
Categorieën
All
|
Vind me terug. |
|