Vandaag, 1 november, zijn we nog eens thuis met het hele gezin. Het is zo ’n dag waar je al een tijdje naar uitkijkt, ken je dat? Een dagje gezinstijd. Niets moet, alles mag. Plannen worden gesmeed en weer afgevoerd. Uitstapjes besproken, in de trant van: “als we nu dinsdag eens… .”. En dat alles al enkele dagen op voorhand. In mijn hoofd begon iets te rijpen met een herfstbos, in combinatie met een hip museum. Tot gisterenavond het immuunsysteem van Dochter besliste om ook even met vakantie te gaan. Keelpijn en hoofdpijn waren het gevolg. Ach, op zich niet onoverkomelijk, dachten we nog. Niets dat een een pijnstiller en een forse dosis gezonde boslucht niet kunnen oplossen. Niet dus. Vanochtend, voor zes uur stond ze rillend en bibberend aan ons bed. Ze kon al de hele nacht niet slapen. Haar keel deed zo ’n pijn. Soms had ze het te warm, soms veel te koud. Slaapdronken stelde ik voor dat ze even bij ons in bed kroop. Misschien ging het dan wat beter? Ik was nog niet klaar om aan deze dag te beginnen, maar van zodra ze naast me lag, wist ik dat het een slecht plan was. Een gloeiend kinderlijf, een wriemelend gloeiend kinderlijf, een zuchtend wriemelend gloeiend kinderlijf. Nee, zo kwam van slapen niets meer in huis. En aangezien ik Huisband nog wat slaap wou gunnen, besloot ik dat ik haar beneden op de zetel zou installeren. Alles was goed voor haar, als ik maar goed voor haar zou zorgen. Ze voelde zich ellendig. Dus legde ze zich op de zetel. Ik klopte haar kussen op en stopte haar onder. Ik gaf haar sap en een pijnstiller. Stak kaarsjes voor haar aan, in de herfstpotjes die ze gisteren nog knutselde. En zette koffie voor mezelf. Eén ding was me nu wel duidelijk: onze uitstapdag lag in duigen. Deze meid gaat voorlopig nergens heen. Dus begon ik in het ochtendschemer te bedenken wat we op deze dag dan wèl zouden doen. Mijn suffe ochtendbrein besloot dat het een kookdagje zou worden. Ik ben geen keukenprinses en kook alleen omdat ik het belangrijk vind om elke dag een verse maaltijd op tafel te zetten. Bijna nooit omdat ik er plezier aan beleef om uren in de keuken te staan. Maar heel af en toe vind ik het wel gezellig. Koken met en voor de kinderen. Ik kocht een pompoen, dus die zou eraan geloven. Middelste Zoon vroeg al een paar dagen of ik die pompoentaart die ik een paar jaar geleden maakte nog eens wou maken, dus dook ik in mijn beperkt kookarchief, waar ik het recept uiteraard niet terug vond. Google hielp me verder en ik vond een eenvoudig recept, met doorsnee ingrediënten. Ik sloeg aan de kook. Soep en taart. En alvast gehaktballetjes voor het avondeten. De taart had topping nodig, en die ingrediënten hadden we niet in huis: roomkaas en poedersuiker. Middelste Zoon wou wel even uit zijn luie zetel komen om naar de winkel te fietsen. En kwam terug met roomkaas en vanillesuiker. Ook voor zijn hersenen is het tenslotte vakantie. Oudste Zoon offerde zich dan op om nog eens terug te rijden voor de juiste suiker. Want zonder suiker geen topping en de geur van de taart in de oven had hen ondertussen gemotiveerd om me toch te helpen om ze af te krijgen. Terwijl de taart in de oven stond, knipte ik Jongste Zoon zijn haar. Dat was al lang nodig en vandaag bleek de ideale dag om dit uitgesteld klusje vast te pakken. Dochter lag in de zetel, liet zich water en pijnstillers en kleine porties eten brengen. Las een boek en keek een film. Deze namiddag hadden we dan een officieel koffie en taart moment. Met topping. Taart die klaar geraakt was dankzij de samenwerking van de zonen en mezelf. En dankzij het feit dat Dochter ziek in bed lag.
En Huisband, die legde ondertussen de winterbanden op mijn auto. Zodat we alvast klaar zijn om veilig op weg te gaan als de gelegenheid zich voordoet. Voor een uitgesteld familieuitstapje. Zo werd deze eerste november toch nog een gezellige familiedag. Thuis, onder ons eigen dak. Want daar dient zo ’n snipperdag tenslotte voor, om even te vertragen en wat cadeautijd te krijgen met de mensen die er het meest toe doen. Missie dus meer dan geslaagd. En morgen, morgen hollen we naar de dokter en naar de training. En wordt er voor school gewerkt en worden er boeken gelezen. En morgen zal ik zelf op mijn fiets moeten springen als er een ingrediënt ontbreekt. Want morgen gaan we terug over naar de gewone orde van de dag. En daar horen geen spontane, vrijwillige uitstapjes naar de winkel bij. Helaas. |
Kirsten De ConinckDuizendpoot. Moeder van 4. Creatief. Visualisator. Natuurmens. Tekenaar. Stiltezoeker. Genieten. Verteller. schrijverDag lezer die graag leest. Las je mijn romans al? Archieven
January 2024
Categorieën
All
|
Vind me terug. |
|